Filmrecensie: Johnny English – Je leeft maar drie keer

Nadat in 2003 de eerste James Bond Persiflage met cultkomiek Rowan Atkinson verscheen, verwachtte niemand meer een vervolg dan dat het op het toneel verscheen. Sindsdien waren er immers acht jaar verstreken, totdat het Engels de bioscopen weer onveilig kon maken. Bijna net zo lang moest je wachten op het nu startende derde deel van de rij. Maar heeft iemand hierop gewacht? En zo ja, was het het waard?

INHOUD

Na zijn eerdere dubieuze heldendaden is Johnny English met vervroegd pensioen. Wanneer alle actieve Britse geheimagenten worden ontmaskerd door een grootschalige hackeraanval, heeft de nieuwe premier geen andere keuze dan het Engels weer in actieve dienst te stellen. Maar tegelijkertijd probeert ze een zeer intelligente internetmiljardair aan haar zijde te trekken, omdat hij de enige lijkt te zijn die echt het hoofd kan bieden aan de vijand.

Blij door de onverwachte reactivering vertrekken hij en zijn assistent Bough naar Frankrijk, waar het spoor van de steeds brutaler wordende hacker naartoe leidt. En natuurlijk duurt het niet lang voordat Engels met zijn undercoveronderzoeken chaos op alle fronten veroorzaakt en overal puin en as achterlaat.



Rowan Atkinson schittert als Johnny English in JOHNNY ENGLISH STRIKES AGAIN, een uitgave van Focus Features.

CRITIEK

Als vriend van de klassieke serie die Atkinson beroemd maakte, was ik niet zo dol op de eerste twee Johnny English-films. Zelfs als het uitgangspunt van een volledig verrotte Britse geheimagent potentieel heeft, is het niet per se nieuw. En de focus op bizarre gadgets en hun nog bizarrere toepassingen ontneemt de films hun grootste kracht: Atkinsons vermogen om zonder enig gereedschap grappig te zijn.

Want telkens wanneer de duistere spionnenkleding een korte pauze neemt en de man zijn ding laat doen, is het ding het leukst. De rest zijn oppervlakkige slapstickintermezzo's, waarvan de meeste niet eens erg origineel zijn en ergens eerder in minstens een vergelijkbare vorm te zien zijn.

Het feit dat een ingenieus, spannend plot niet een van de belangrijkste aandachtspunten is van een dergelijke film, mag geen verrassing zijn. Maar zelfs hier kun je iets meer verbeeldingskracht (of inspanning) verwachten dan het uitgeputte ‘held doet zijn best – held wordt onterecht ontslagen – held redt toch de wereld’-verhaal. Of zelfs niet, want dat is precies wat je voorgeschoteld krijgt.



Emma Thompson als premier, Rowan Atkinson als Johnny English en Ben Miller als Bough in JOHNNY ENGLISH STRIKES AGAIN, een release van Focus Features.

Een ander punt dat scherpe kritiek krijgt is de vrijwel onverantwoorde verspilling van talent en grote namen. Emma Thomson, Michael Gambon, Charles Dance en Edward Fox kunnen allemaal met vertrouwen worden omschreven als acteerculturele troeven. En toch zijn ze net zo opgebrand als een Jake Lacey of een Olga Kurylenko, die niet dezelfde status hebben, maar getalenteerde acteurs zijn. Hier kunt u zien hoeveel bekende namen Rowan Atkinson in zijn privételefoonboek heeft staan.

Alleen vanuit ambachtelijk oogpunt kun je niet te veel klagen over de derde Johnny English-strip. Maar er is ook niets om het voor te prijzen. Regie-, camera- en montagefunctie zonder enige opvallende kenmerken, noch in positieve, noch in negatieve zin. Geen experimenten, geen ideeën, maar ook geen fouten. Ook de soundtrack spettert zonder noemenswaardige hoogte- of dieptepunten en past naadloos in het totaalbeeld.

En dat is, teruggebracht tot de essentie, ook de meest accurate samenvatting van deze kritiek. Als er iets is waardoor de film opvalt, dan is het de onbeduidendheid die in alle aspecten terugkomt. Als het mooiste aan een film de rode Aston Martin van de hoofdpersoon is, gaan er duidelijk dingen mis.



Rowan Atkinson schittert als Johnny English in JOHNNY ENGLISH STRIKES AGAIN, een uitgave van Focus Features.

CONCLUDEREN

Mir heeft nog niet veel films gezien waarover zo weinig te zeggen valt. Johnny English – Man lebt nur dreimal is niet bijzonder grappig, nauwelijks spannend en zeker niet verrassend, waarmee hij als volwaardige agentenkomedie faalt. Dat hij qua vakmanschap eigenlijk niets verkeerd doet, behoedt de strip ook niet voor de oppervlakkigheid van de trivialiteit. Er zijn duidelijk betere en goedkopere methoden om niet eens 90 minuten te worden vermaakt. Alleen bevestigde Atkinson-fans mogen van de film genieten, alle anderen zullen de film uiterlijk tegen de tijd dat ze na de show naar het toilet gaan vergeten zijn.